Klasgenoot!
In de voortuin van jouw huis ontvang ik 26 pubers, leeftijd 15/16 jaar. Het zijn jouw klasgenoten die afscheid komen nemen. De sfeer is gespannen. Enkele van hen zijn eerder die week al bij je geweest, velen nog niet. Tussen school en mij is er contact. Want het is nogal onwerkelijk dat je dood bent en roept veel vragen op. Die lege stoel in de klas. Die lege stoel van een (ogenschijnlijke) gezonde puber van 15 jaar die op maandagochtend niet meer op school komt. Jouw plotselinge overlijden slaat een gat in het gevoel van veiligheid en in het dorp waar je woont.
Eerder die dag hebben we je van jouw slaapkamer naar beneden verplaatst. Van je vertrouwde bed waar je al die dagen na jouw overlijden hebt gelegen. Waar intimi naast je bed kwamen zitten en waar er veelvuldig door jouw mooie krullenbos werd gewoeld. Waar er werd geknuffeld en gehuild. Waar er tegen je werd gepraat, uren lang. Waar je hand werd vastgehouden…waar het leek of je zo weer wakker zou worden. De natuurlijke verandering van jouw lichaam in de dagen die volgen, helpt jouw ouders, zus en iedereen die van je houdt om de werkelijkheid te zien, erin mee te groeien en jouw lichaam beetje bij beetje los te laten. Die dag zijn we het er over eens dat je naar beneden wordt gebracht en daar in de kist zal worden overgelegd. Een stap die iedereen kan maken omdat we hem in de dagen ervoor bespreken en voorbereiden. We maken in de woonkamer een hoek voor jou. Een hoek met het juiste licht, de juiste opstelling, een mooie bloemenboa om je heen, de juiste kaarsjes en foto's. Alles met zorg en in detail neergezet. Alles voor een ‘fijne’ beleving.
In de voortuin leg ik beeldend uit wat jouw klasgenoten gaan zien en kunnen verwachten. Tot in detail praat ik ze bij. Hoe je ligt, welke hoodie je draagt, welke opstelling, kleuren, geuren en ook waar ze kunnen gaan staan als ze je niet willen zien. Met mijn beeld probeer ik veiligheid voor ze te creëren en alles zodanig te vertellen dat er nooit een schrikmoment hoeft te zijn.
Jouw klasgenoten gaan naar binnen en staan als een haag voor jouw kist. Een indrukwekkende stilte volgt. Ouders, zus, familie en de vaste vriendengroep staan aan de zijlijn en kijken naar deze haag van pubers die is gekomen. Het is zo’n moment dat je nooit meer vergeet. De pijn is voelbaar en tegelijk is het een serene rust die er heerst. Na enkele minuten zie ik dat er klasgenoten zijn die gaan draaien. Met zachte stem geef ik aan dat er gewoon gesproken mag worden en dat als je voelt dat het ‘genoeg’ is je gewoon lekker naar buiten kan gaan. Op deze uitnodiging zaten ze te wachten. Ze verdwijnen naar buiten en beetje bij beetje loopt de kamer leeg.
Buiten pakken ze elkaar vast. De ontlading is groot. Er wordt gehuild en gepraat. Buiten probeer ik, door het stellen van vragen tot een gesprek te komen en ze verhalen te laten delen. Meerendeel word ik bevraagd. Vragen over hele praktische zaken rondom de opbaring en het lichaam, mooie levensvragen komen voorbij over angsten en vragen over de rol van hen op de afscheidsdag. Alles door elkaar heen, het bekende puberbrein. Met geduld en aandacht beantwoord ik ze één voor één. Hier en daar probeer ik de spanning weg te halen door een grapje of glimlach en gelukkig werkt dat. Fijn, de glimlach hebben ze nog en ik stimuleer ze in het hebben van dat gevoel en dat het mag en naast elkaar mag en kan zijn. Met luide stem stappen ze na enige tijd weer op hun fiets en gaan de rest van de vrijdag in. En zo hoort het…
Je zou ze de dood willen besparen. Wanneer ze er ongevraagd en keihard mee worden geconfronteerd, is het ‘positief' laten ervaren van het fenomeen ‘leven en dood’ de uitdaging. En mijn ervaring is dat dat mogelijk is!