Kinderen en de dood
Altijd weer merk ik dat mijn focus nog scherper is wanneer (jonge) kinderen betrokken zijn in een begeleidingsproces. De brussen zoals deze groep ook genoemd wordt. Een samentrekking van de woorden broer en zus: brus en het meervoud dus brussen. Kinderen wiens broer of zus, ziek is of overleden.
Deze groep is kwetsbaar en vaak overgeleverd aan de eerdere ervaringen van de ouders/volwassenen om hen heen. Zij krijgen van hen aangereikt/geleerd hoe de omgang met de dood aan te vliegen...
Vaak zie ik dat deze omgang (vanuit liefde en zeer goede bedoelingen) beschermend is. Weghoudend bij de werkelijkheid. Het niet mogen zien van de dood, want dat is eng en schadelijk en kan hij/zij niet aan, is wat volwassen dan zeggen. Vaak benoemen ze daarmee hun eigen angst.
Mijn ervaring is anders. Graag vertrouw ik 100% op de kinderen/jongeren zelf. Zij zijn het die zo puur kunnen voelen wat ze wel en niet aankunnen en vooral ook in welk tempo. Graag betrek ik ze bij alles. Leg beeldend uit wat ze gaan meemaken, ervaren, zien en voelen. Alles in simpele taal en feitelijk. Mijn stelling is dat zolang je niet schrikt en weet wat je gaat zien er geen trauma ontstaat. Vele voorbeelden kan ik hiervan omschrijven: van een eerste weerzien met opa tot het uiteindelijk liggen naast een plotseling overleden broertje op bed, heerlijk knuffelend, terwijl ouders haar wilden weghouden bij de dood, tot een overleden moeder die na haar overlijden dacht dat het beter was dat haar dochter haar niet meer zag...en diezelfde dochter deed na overlijden iedere dag mama haar lippenstift op met mij, kamden haar haren en tutten samen met mij zolang tot de wade iedere dag weer goed lag. En nogmaals: de ouders acteren altijd vanuit liefde en de wens tot bescherming voor...
De uitdaging: Vertrouw op jouw kind en probeer de eigen angsten, ervaringen bij jezelf te houden. Het zal jouw kind zoveel brengen, je geeft er zo’n levensles mee.
Laten we samen dromen en werken aan een toekomst waarin de dood bij het leven hoort. Niet leuk, wel heel ‘gewoon’. Dat het niet ‘eng’ is en verdriet mag doen, verdriet een functie heeft. Daarnaast vooral respect hebben voor de eigen manier waarop kinderen en jongeren omgaan met een groot verdriet, opdat zij dit het hoofd kunnen bieden, is een belangrijke bijdrage aan hun rouwproces.